Het is tijd dat Nederland zijn beloftes nakomt aan kinderen met een handicap
Komend jaar is het tien jaar sinds Nederland het VN-verdrag Handicap ratificeerde, en vandaag is het de Internationale dag van mensen met een handicap. Zin in een inclusiefeestje? Het Liliane Fonds heeft nog wel wat op zijn verlanglijstje staan, voordat de vlag uit kan.
Sinds de ratificatie van het VN-verdrag Handicap in 2016 zijn er zeker stappen gezet. Toch blijft de praktijk achter. Te veel kinderen zitten zonder passend onderwijs thuis, werkloosheid onder mensen met een beperking blijft hoog en gemeenten voeren beleid ongelijk uit. Een VN-comité oordeelde vorig jaar dat Nederland meer moet doen om de doelen van het verdrag te halen.
Het VN-verdrag Handicap beperkt zich niet tot ons eigen land. Het legt ook een verantwoordelijkheid op om inclusie te bevorderen in internationale samenwerking. Inclusie stopt niet bij de landsgrenzen. En ook daar blijft de praktijk achter: juist in ontwikkelingslanden is de situatie vaak het schrijnendst.
Kinderen van de rekening
Wereldwijd leven 240 miljoen kinderen met een handicap. Voor hen zijn basisvoorzieningen meestal buiten bereik. Gezondheidszorg is te duur of ontbreekt, revalidatie maakt zelden deel uit van het systeem en hulpmiddelen zijn schaars. Mensen met een handicap sterven in ontwikkelingslanden gemiddeld twintig jaar eerder dan anderen – constateert de WHO – niet door hun beperking maar door gebrek aan zorg. Bijna de helft van de kinderen met een handicap gaat nooit naar school. Een op de drie wordt verwaarloosd of mishandeld. En in conflictgebieden zoals Gaza, Soedan of Congo komt daar nog het levensgevaar bij van oorlogsgeweld, het verlies van hulpmiddelen en noodhulp die hen niet bereikt. Ook als het gaat om de gevolgen van klimaatverandering, zien we dat – alweer – kinderen met een handicap de allerhoogste prijs betalen.
Vergeten bevolkingsgroep
Dat zien we onder meer in Bangladesh, in de zuidelijke regio Sathkira die regelmatig getroffen wordt door cyclonen. Klimaatverandering maakt deze extremer en onvoorspelbaarder. De overheid erkent dit gevaar en investeert in openbare schuilplaatsen. Maar uit recent onderzoek van het Liliane Fonds blijkt dat hun ontwerpen, protocollen en rampenplannen één bevolkingsgroep compleet vergeten: kinderen met een handicap. Voor hen zijn deze veilige havens veelal ontoegankelijk en onbereikbaar, of ze worden letterlijk buitengesloten door hardnekkige stigma’s over mensen met een handicap.
We onderzochten onder 300 kinderen en jongeren met een handicap of zij noodzakelijke prioriteit krijgen bij een evacuatie tijdens een natuurramp: 80% van hen krijgt die aandacht niet. Niet zelden worden ze compleet aan hun lot overgelaten. Vrijwel allemaal – 98% – lijden ze gezondheidsschade als gevolg van klimaatverandering.
Dit voorbeeld uit Bangladesh staat niet op zichzelf. Telkens is het verhaal: juist diegenen die de meeste aandacht en zorg nodig hebben, worden het hardst in de steek gelaten. De gevolgen zijn letterlijk dodelijk. De urgentie neemt alleen maar toe. Door de recente budgetcuts bij USAID vallen wereldwijd talloze gezondheids- en onderwijsprogramma’s stil. Een studie van de Universiteit van Californië voorspelt dat dit tot 14 miljoen extra doden vóór 2030 kan leiden, onder wie 4,5 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar. Kinderen met een beperking zullen hierin oververtegenwoordigd zijn.
Veranker inclusie structureel
Daarom is het nodig dat inclusie verplicht wordt in alle ontwikkelingsprogramma’s: organisaties moeten aantonen hoe hun werk kinderen met een handicap bereikt. Nederland moet bovendien eindelijk de internationaal afgesproken norm van 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen investeren in de Sustainable Development Goals, zodat niemand achterblijft. En inclusie moet structureel worden verankerd in beleidskaders en humanitaire hulpplannen, met duidelijke voorwaarden voor organisaties die overheidssubsidie ontvangen.
In het huidige Nederlandse ontwikkelingsbeleid komen de woorden handicap en inclusie niet eens voor. Dat moet veranderen. Het nieuwe kabinet heeft niet alleen keuzes te maken over defensie en internationale veiligheid, maar ook over de vraag of we álle kinderen een toekomst gunnen. Oorlog, armoede en klimaatverandering maken kinderen met een handicap onzichtbaar. Het is tijd dat Nederland ervoor kiest hen wél te zien.
Erik Ackerman – directeur-bestuurder Liliane Fonds