Marja in Bangladesh

Wanneer een ramp toeslaat, is er vaak geen sprake van inclusie

15 juli 2025

De programma’s voor rampenbestrijding in Bangladesh zijn zelden ontworpen met kinderen met een handicap in gedachten, schrijft Marja Rijerse, adviseur Monitoring, Evaluatie en Leren bij het Liliane Fonds.

Welke impact hebben klimaatverandering en natuurrampen op kinderen en jongeren met een beperking? Om dat beter te begrijpen, is onlangs een onderzoek uitgevoerd in de cycloongevoelige regio Satkhira, in het zuiden van Bangladesh. Tijdens mijn bezoek lag de focus op concrete vervolgstappen om effectievere rampenstrategieën en ondersteuningssystemen te realiseren.

We bezochten een afgelegen dorp, dat alleen per boot bereikbaar was. Daar stond een ‘cycloonschuilplaats’, een veilige plek waar mensen tijdens noodweer naartoe kunnen gaan. Ik werd verwelkomd door ouders van kinderen met een beperking, mensen met een beperking zelf, lokale vrijwilligers en leden van rampencommissies. Juist deze interacties en gesprekken bleken de meest waardevolle momenten van mijn bezoek.

Tijdens die gesprekken kwam één thema steeds terug: het rampenbeleid houdt onvoldoende rekening met kinderen met een beperking. Een moeder vertelde:

‘Ik kon mijn zoon niet naar de cycloon-schuilplaats brengen. Er was geen vervoer en eenmaal daar aangekomen was er geen toilet dat hij kon gebruiken.’

Een andere ouder zei:

‘Mijn kind heeft een verstandelijke beperking. Hij gedraagt zich anders, mensen staren. Dan blijf ik liever thuis.’

Bangladesh kent een goed gestructureerd rampenbeheersingssysteem, elk gebied heeft een Disaster Management Committee (DMC’s), Cyclone Preparedness Programme (CPP) vrijwilligers, en Shelter Management Committees. Maar in de praktijk ontbreekt het vaak aan training, middelen en bewustzijn om ook kinderen met een beperking goed te ondersteunen. Zoals een CPP-lid toegaf:

‘We weten waar de kwetsbare gezinnen wonen, maar we hebben geen brancards, EHBO-kits of de vaardigheden om hen te helpen.’

De uitdagingen doen zich voor in elke fase van rampenrisicobeheersing:

  • Voorbereiding: vroegtijdige waarschuwingssystemen bereiken gezinnen met kinderen met een beperking vaak niet
  • Respons: schuilplaatsen zijn ontoegankelijk en er is gebrek aan vervoer naar schuilplaatsen toe
  • Herstel: zorgdiensten en bestaansmiddelen zijn moeilijk te herstellen, vooral voor gezinnen die al worden buitengesloten

Wat is de volgende stap? In de komende maanden gaat het Centre for Disability in Development (CDD), partner van het Liliane Fonds en expert op het gebied van Disabiity Inclusive Disaster Risk Reduction (DI-DRR), werken aan een vervolgprogramma. Dat gaat zich richten op training en uitrusting van lokale rampencommissies, zodat zij kinderen en jongeren met een beperking beter kunnen ondersteunen.

Naast deze structurele aanpak volgt ook een meer praktijkgericht onderzoek om kennis op te doen over de effectiviteit van een (nog te kiezen) DI-DRR-aanpak. Hopelijk draagt dit bij aan betere paraatheid, respons en herstel, want: inclusie van kinderen en jongeren met een beperking mag niet optioneel zijn wanneer de ramp toeslaat.

CDD draagt al langer bij aan DI-DRR, bijvoorbeeld door jongeren met een beperking te betrekken bij rampen paraatheid en rampenbestrijding. Onlangs diende CDD samen met het Liliane Fonds een voorstel bij de Munich Foundation. Hoewel het niet werd gehonoreerd werd, het wel in de top 10 van meer dan 500 voorstellen. Bekijk de beste voorstellen van 2025 op munichre-foundation.org.